Hoe de Special Forces de doden eren. En soms tot leven brengen.

Nu zul je denken; die Aarts is gek geworden. Doden kun je niet tot leven brengen. Misschien. Het ligt eraan hoe jij het leven ziet. En het is afhankelijk vanuit waar je kijkt. Maar laat ik het niet te zweverig maken. Ik wil mijn zorgvuldig opgebouwde stoere imago niet om zeep brengen natuurlijk. Blijf even hangen dan gaan we het samen onderzoeken. Dan neem ik je mee door de krochten van dat grijze klompje neuronen tussen mijn oren.

Nationale Dodenherdenking

De dag dat we stilstaan bij alle burgers en militairen die zijn omgekomen of zijn vermoord sinds het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog, in oorlogssituaties en bij vredesoperaties. Als militair is dat altijd een bijzondere dag. Maar ergens vind ik het ook opmerkelijk dat we slechts één keer per jaar (bewust) stilstaan bij onze doden.

Want het is juist tijdens een begrafenis dat we ons weer bewust zijn van onze sterfelijkheid en zien hoe betrekkelijk het leven is. We weten tijdens dat soort momenten onze dagelijkse beslommeringen weer in een helder perspectief te plaatsen. Het zorgt weer voor verbinding.

Maar even worden we dan ook weer geconfronteerd met die knagende vragen…

Wat zijn we hier allemaal aan het doen op deze grote blauwe knikker?

Als het allemaal zo betrekkelijk en relatief is, waar maken we ons dan allemaal zo druk om?

De confrontatie met het Grote Onbekende, de dood, stemt ons nederig. Het is de grote gelijkmaker. Geld, roem, achtergrond, seksuele voorkeur, ras, geslacht; allemaal totaal niet relevant. Het waait met de wind mee in onze laatste uitademing en het heeft nooit bestaan. De dood oordeelt nooit en behandelt iedereen gelijk. Wat dat betreft kunnen we veel leren van de dood. En toch durven we er niet naar te kijken.

Het is het ‘lot’ dat ons allemaal te wachten staat maar waar we bijna nooit over praten. We zien het als iets voor later. Alsof het leven uit verschillende concepten bestaat. Eerst is er niets. Dan wordt je geboren. Dan leef je. Dan ga je dood. Einde. We zien de dood als iets voor later. Voor oude mensen of mensen die terminaal ziek zijn. En als het einde nadert, dan gaan we de dood wel een keertje in de ogen kijken. Maar het liefst kijken we zo lang mogelijk de andere kant op.

Op de een of andere manier is het sinds een paar jaar bij mij iedere dag dodenherdenking.
Vrienden, familieleden of kennissen die de afgelopen jaren zijn overleden, de sterfelijkheid van de mensen van de mensen om mij heen en mijn eigen sterfelijkheid passeren dagelijks door mijn gedachten.

Het Tibetaanse boek van leven en sterven van Sogyal Rinpoche ligt op mijn nachtkast. Veel van wat er in het boek staat, kan ik nog niet bevatten maar misschien is dat juist de essentie. Het leven (en daarmee ook de dood) is niet te bevatten met mijn beperkte ego. Het leven hoeft niet begrepen te worden; dat moet vooral geleefd worden. Alleen al het aanblik van het boek op mijn nachtkast is een vriendelijk reminder voor mezelf om dit de volgende ochtend weer in de praktijk te brengen.

Het klinkt misschien macaber om veel over de dood te denken maar het dwingt me om steeds dieper te gaan kijken waar het leven echt om gaat.

De inmiddels overleden Zen boeddhist Thich Nhat Hanh legde het mooi uit. Hij gebruikt de metafoor van een kaars. Zodra een kaars wordt aangestoken begint het met opbranden. Zo is het ook met de dood. Op het moment dat we geboren worden, beginnen we met sterven. Als de kaars wordt aangestoken begint het licht en warmte uit te stralen. Dat is wat een kaars doet.

Misschien kunnen we in deze metafoor van de kaars ook het antwoord vinden in onze (lees: mijn) zoektocht naar de betekenis van het leven.

En de dood? Ik heb wel eens gelezen dat de dood voelt als een te krappe jas die je uittrekt. Ik vind het een mooie gedachte.

Cas

De laatste maanden komt een oud collega, Cas van Bakel, regelmatig voorbij in gedachten. Cas is 30 januari 2020 op 34 jarige leeftijd overleden aan de gevolgen van kanker. Hij was een Special Forces operator in hart en nieren. Je hebt mensen die niet snel opgeven en je hebt mensen zoals Cas. Hij gaf nooit op. Zijn doorzettingsvermogen, in zijn carrière maar vooral in zijn laatste strijd, maakte een diepe indruk op zelfs de meest geharde Special Forces militairen. Maar zelfs zijn doorzettingsvermogen kon hem niet helpen in deze strijd. Want het was geen strijd, het was het leven.

Terwijl Cas door mijn hoofd spookte associeerde ik zijn naam met een militaire afkorting. Daar zijn we gek van bij Defensie. CAS staat voor Close Air Support. Als militaire eenheden in een vuurgevecht zitten, kunnen zij Close Air Support oproepen. De militairen op de grond maken contact met een straaljager en geven de coordinaten door waar de vijand zit. De straaljager bevestigt de coordinaten en gooit zijn dodelijke lading af. Ik dacht aan de keren dat we in Afghanistan gebruik hadden gemaakt van deze procedure. Als je dreigt te worden overvallen door de vijand of in een hinderlaag rijdt, kan Close Air Support een verademing zijn. Ik haalde nog een keer diep adem terwijl ik aan Cas dacht. Het gaf me ruimte. Ik besloot het maar te zien als een oefening en ging door. Cas en adem.

Met iedere ademhaling dacht ik aan Cas. En terwijl ik aan hem dacht volgde ik mijn adem naar beneden. Naar mijn hart. Ik besefte hoe fijn het voelde om hem in mijn hart te hebben. Ik voelde dat hij meer dan ooit aanwezig is in mij, ondanks dat hij lichamelijk er niet meer is. Door Cas aan mijn adem te verbinden, voelde ik een ruimte in mijn hart die ik nog nooit had gevoeld. Door mijn adem aan iemand anders te geven, kreeg ik het mooiste cadeau dat ik kon krijgen. Vrijheid in mijn hart.

Close Air Support. Dichtbij. Lucht. Steun. Alles wat we zoeken en nodig hebben, vinden we in onszelf. In onze ademhaling.

  • Mis je iemand? Verbind hem of haar aan je ademhaling en adem naar je hart.
  • Wil iets voor iemand anders doen? Verbind hem of haar aan je ademhaling en adem naar je hart.
  • Ga je door een moeilijke periode? Draag je adem aan iemand op en adem naar je hart.

Wil je vandaag de doden eren? Adem in naar je hart. Stuur je licht en warmte met iedere uitademing de wereld in.

Deel dit artikel

Related topics

Google Reviews
Scroll up